top of page

19 | Z.t.

D.D.TRANS

23.04.2015 - 21.06.2015

pictures by Filip Dujardin and David Samyn

Lees meer | Read more

D.D.Trans | Z.t.

D.D. Trans' debut was a group exhibition put together by Dirk Snauwaert in 1990 in CC Gildhof in Tielt. It was soon picked up by the leading Richard Foncke Gallery in Ghent. In 2005 he gave up being an artist but in 2014 he prepared his come-back.

The name D.D. Trans is a pseudonym taken from a now defunct transport company. As the name says, the artist's work is about transformation: day-to-day, often domestic objects are taken out of context and after a small alteration turned into works of art. The result is at times formal, then poetic or funny. Usually it concerns minimalistic changes. A rubber door protector in the centre of an empty gallery becomes a stumbling block, metal meat hooks form a heart, or a hat stand is made of clothes hangers. The artist finds inspiration in DIY stores. His vocabulary comprises kitchen paper, scrubbing brushes and squeegees.

The exhibition at Valerie Traan is the artist's first solo show after a ten year break. D.D. Trans does not break radically with his past but picks up where he left off. Some ideas return after all those years but have been worked out in more detail.

Thorns cut off roses and stuck on wooden slats. Like thorns without roses. A small tree not only sprouts twigs but also colouring pencils. The wood that was used for the colouring pencils returns to its origins. The artist often plays with these reversals. But there is always some kind of internal logic in his work as well. Cobweb brushes used in scrubbing brushes become big balls. These are stacked, precariously, and practically impossibly, balanced. They look as if they could fall over at any moment. D.D. trans' work often expresses a feeling of vulnerability, as well as an atmosphere of danger under the surface.

A metal object to strengthen a cupboard is literally missing something. An abacus in different colours is growing out of the wall. Lids of paint pots become mirrors. Nothing is what it seems in D.D. Trans' work.

(text Sam Steverlynck, February 2015)

D.D.Trans | Z.t.

D.D.Trans debuteerde met een groepstentoonstelling die in 1990 in CC Gildhof in Tielt werd samengesteld door Dirk Snauwaert. Al gauw werd hij opgepikt door de toonaangevende Richard Foncke Gallery in Gent. In 2005 gaf hij de brui aan zijn kunstenaarschap om in 2014 zijn come- back voor te bereiden.

De naam D.D.Trans is een pseudoniem dat werd ontleend aan een ondertussen opgedoekt transportbedrijf. Zoals de naam aangeeft, werkt de kunstenaar rond de notie van transformatie: dagdagelijkse, vaak huiselijke objecten worden uit hun context gehaald en met een lichte ingreep omgesmeed tot kunstwerken. Het resultaat is soms formeel, dan weer poëtisch of humoristisch. Doorgaans gaat het om minimalistische ingrepen. Zo wordt een rubberen deurbuffer die in het midden van een lege galerie wordt opgesteld een struikelblok, vormen metalen vleeshaken een hart, of wordt een kapstok opgebouwd uit verschillende kleerhangers. Inspiratie haalt de kunstenaar door te flaneren in doe-het-zelf-zaken. Zijn vocabularium omvat onder andere keukenpapier, schuurborstels en vloertrekkers.

De tentoonstelling bij Valerie Traan is de eerste soloshow van de kunstenaar na een rustperiode van tien jaar. D.D.Trans breekt niet radicaal met zijn verleden, maar pikt de draad opnieuw op. Een aantal motieven komen na al die jaren terug maar zijn verder uitgewerkt.

Doornen die van rozen zijn geknipt worden op houten latjes gekleefd. Als doornen zonder rozen. Een boompje schiet niet alleen twijgjes, maar ook kleurpotloden. Zo keert het hout dat werd gebruikt voor de kleurpotloden terug naar haar oorsprong. De kunstenaar speelt wel vaker met omkeringen. Maar tegelijk zit er steeds een interne logica in zijn werk. Ragebollen die worden gebruikt in schuurborstels, voegt hij samen tot grote bollen. Die stapelt hij op elkaar, in een precair evenwicht en quasi onmogelijke balans. Ze lijken elk moment te kunnen omvallen. Uit het werk van D.D.Trans spreekt wel vaker een gevoel van kwetsbaarheid, naast een onderhuidse sfeer van gevaar.

Een metalen object om een kast te verstevigen heeft letterlijk ‘een hoek af’. Een telraam in verschillende kleuren groeit uit de muur. Dekseltjes van verfpotten worden spiegels. Niets is dan ook wat het lijkt bij D.D.Trans.

(tekst Sam Steverlynck, februari 2015)

bottom of page