25 | the end of the world for beginners
JOHAN DE WIT
08.09.2016 - 06.11.2016
pictures Johan De Wit
Johan De Wit | the end of the world for beginners
Still life according to Johan De Wit
Five small forms are lying on the windowsill upstairs in gallery valerie_traan. The leftmost one is sky-blue and has a curved top – like a Gothic painting by Giotto. The one to the right is light green and has a hole to attach it to a wall. The middle one is round and yellow, the other two are dented from below or on the sides. Together they form a poetical rebus encapsulating the artistic practice of Johan De Wit. These are objects, but also forms and colours. And these objects – and their combination – evoke different things for the viewer: a painting, a reading board, a cheese plate, a target, a danger sign, and all other possible associations which can spring to mind on seeing these forms.
At the entrance of the exhibition four empty display cases are standing. Skeletons actually, you can still see the lines where they were attached to the wall. There is nothing in these cases, not even glass windows. In a certain sense what they contain hangs metaphorically on the opposite wall: the loop of a digitalised Super 8-film from the collection of the Huis van Alijn in Ghent. It shows a little girl looking at a bird in her hand. Melancholy speaks from this placing. Childhood memories are evoked. Like the objects hidden in mother’s display case which were only taken out at the great spring cleaning and then, and only then, could be looked and groped at.
In contrast to all this melancholy a bit further in the gallery stands a work with totally different connotations: a few white and red barriers pointing upwards and a dented yellow rectangle which looks like that of National Geographic. Another striking work consists of the, yellowed by time, pages of art magazine De Witte Raaf of which all text and all photo’s have been made illegible with tip-ex.
Johan De Wit connects forms until they form poetical constructions which provoke a primal form of astonishment. Like a bag hanging high against a wall, or a pole which with coloured dented boxes seems to support the ceiling, ‘La gravitation et la miséricorde’, gravitation and mercy, Johan calls this work.
The forms he uses are no concrete, solid objects. He reconstructs them in paper. His pots and pans – he has a whole collection – in dirty earth colours are all made of paper and cardboard.
But in stark contrast to the forced attractiveness of the objects of our consumer culture, De Wit’s objects shows their origin, their history, they are dented and distorted as if history has rolled over them. They look as if they are relics of a lost civilisation, the end of the world, or the witnesses of a new beginning starting from scratch.
The earth colour of many of the objects reminds one of pottery, of the pots and pans that were painted in such a genial way by Giorgio Morandi or Paul Cézanne. In a certain sense Johan De Wit is also a painter of still life. Although he doesn’t paint his poetical constructions, but makes them out of paper and cardboard. Like a strange Japanese origami artist. In fact he doesn’t so much construct forms as – and that he has in common with the great still life painters – the silence that reigns between them.
(text Marc Holthof)
Johan De Wit | the end of the world for beginners
De stillevens van Johan De Wit
Er liggen vijf kleine vormen op de vensterbank boven in galerie valerie_traan. De meest linkse is hemelsblauw en heeft een boogvormige bovenkant - als een gotisch schilderij van Giotto. Het meest rechtse is lichtgroen en heeft een gaatje om het aan de muur te hangen. Het middelste is rond en geel en de overige twee zijn gedeukt langs onder, of van opzij. Samen vormen ze een poëtische rebus waarin de artistieke praktijk van Johan De Wit verborgen zit. Het zijn objecten, maar ook vormen en kleuren. En zij – en hun combinatie – roepen bij de kijker allerlei dingen op: een schilderij, een leesplankje, een kaasbord, een doelwit, een gevaarsteken, alle mogelijke associaties die wij bij dit soort vormen kunnen hebben.
Bij de ingang van de tentoonstelling staan vier lege vitrinekasten. Geraamtes eigenlijk, je kan nog de lijnen zien waar ze aan de muur bevestigd werden. Maar er zit niets in deze kasten, zelfs geen glas. Wat er in zit hangt in zekere zin aan de muur aan de overzijde van de gang: een loop van een gedigitaliseerde Super 8-film uit de collectie van het Gentse Huis van Alijn. Hij toont een klein meisje dat kijkt naar een vogeltje in haar hand. Er schuilt melancholie in deze opstelling. Zij roept herinneringen aan de kindertijd op. Aan de objecten die veilig opgeborgen zaten in moeders vitrinekast die er enkel bij de grote lentekuis uitkwamen en dan bekeken en betast mochten worden.
In contrast met die melancholie staat wat verder in de galerie een werk met heel andere connotaties: een paar naar boven staande wit-rode grenspalen en een verkreukte gele rechthoek die doet denken aan die van National Geographic. Een ander opvallend werk bestaat uit de inmiddels vergeelde pagina's van het kunsttijdschrift De Witte Raaf waarop alle tekst en alle foto's met tip-ex onleesbaar gemaakt zijn.
Johan De Wit verbindt vormen tot poëtische constructies die onze primaire verwondering opwekken. Zoals een tas die hoog tegen de muur hangt, of een paal die met gekleurde gedeukte dozen erboven het plafond lijkt te ondersteunen. 'La gravitation et la miséricorde', zwaartekracht en genade, zo noemt Johan het werk.
Hij maakt zijn vormen niet als concrete, solide objecten. Hij reconstrueert ze in papier. Zijn potjes en pannetjes - hij heeft er een hele collectie van - in vuile aardebruine kleuren: het is allemaal papier en karton. Maar anders dan in de geforceerde aantrekkelijkheid van onze consumptiecultuur, tonen De Wits objecten hun oorsprong, hun geschiedenis, ze zijn gedeukt en vervormd alsof de geschiedenis er al over gerold is. Alsof ze overblijfsels zijn van een verloren gegane beschaving, het einde van deze wereld of getuigen van een nieuw begin vanuit het niets.
De aardekleur van veel objecten roept reminiscenties op aan aardewerk, aan de potjes en pannetjes die zo geniaal geschilderd werden door Giorgio Morandi of Paul Cézanne. En in feite is ook Johan De Wit een schilder van stillevens. Al schildert hij zijn poëtische constructies niet, maar maakte ze van papier of karton. Als een bizarre Japanse origami-kunstenaar. Eigenlijk construeert hij niet zozeer vormen, dan wel - en dat heeft hij gemeen met de groten van het stilleven - de stilte die er tussen hen heerst.
(tekst Marc Holthof)