38 | Rethink, Redraw, Rebar
GIJS VAN VAERENBERGH
28.10.2018 - 08.12.2018
pictures by Filip Dujardin
Gijs Van Vaerenbergh| Rethink, Redraw, Rebar
Pieterjan Gijs and Arnout Van Vaerenbergh are both architects. But they don’t limit themselves to making buildings, they also design artworks and installations for the public space. Among others, they designed a fictitious dome for the St-Michielskerk
in Leuven (‘The Upside Dome’, 2010), the ‘see through’ church in Borgloon (‘Reading between The Lines’ (2011)). They made designs with pieces of construction cranes (‘Framework, 2012 or ‘Bridge’, 2014), or a steel labyrinth (C-mine, 2015), an arcade (Kruibeke, 2015), and a concrete pavilion (Hooglede, 2017). And they recently won a competition for a ‘folly’, footbridge and maze for the park of Huis Doorn near Utrecht.
The work of Gijs Van Vaerenbergh is as diverse as it is coherent. Transformation is central to their work. They subject well-known architectural typologies such as the church, the gate, the arch, the arcade, the pedestal and the column to transformations.
Up to now they have distinguished five processes, five forms of transformation that they apply in their projects. These are drawing, bending, cutting, assembling and mirroring. They devoted a whole booklet (‘Cross Section’, published by Ruby Press) to these different methods and the role they play in their various projects. They do not consider this series of transformations as a static whole: the series is steadily expanding.
The first gallery exhibition by Gijs Van Vaerenbergh at Valerie Traan two years ago presented a sample of their multifaceted work in which these different aspects were addressed. These included a number of works that take spatial drawing as their theme, as well as a work that makes use of the construction material of reinforcing steel. In their new exhibition they explore this theme in more depth. The theme is summarised in the title of the exhibition: Rethink, Redraw, Rebar.
The rethinking and redrawing of basic forms is a recurring theme in the work of Gijs Van Vaerenbergh. Again and again, the re-drawing and re-thinking of typologies is central to their work. The somewhat strange title ‘rebar’ refers to reinforcing steel - ‘reinforced steel bars’ - as used in concrete construction. However, these works do not use concrete as an artistic element but the basic steel structure hidden in the concrete. The reinforcement steel refers to a temporary condition, as if the works were unfinished.
The series of steel works forms a ensemble that explores the possibilities of reinforcing steel. As a kind of counterpoint in the exhibition, a series of mirror works are hung up. This MIRROR series shows the effect of a certain action on a reflecting inox sheet. This action distorts the plate and thus also the mirror image of the space and the works of art standing in the space. The mirrors thus enter into a dialogue with the rebar sculptures. This series started with the previous exhibition. MIRROR I and MIRROR II were shown then, with the mirrors pierced by the nails used to hang them. These works will be shown again, supplemented by six new mirrors. MIRROR V, VI & VII show the impact of gun shots on the mirror image. In MIRROR VIII & IX the surface of the mirror is distorted by frequent scratching of the same line. The exhibition plays two extreme forms of steel out against each other: the rusty and rough reinforcing steel that is not intended to be visible and steel in its most finished and refined form, namely polished as a perfect mirror. The latter becomes a new lens to look at the other.
(text Marc Holthof)
Gijs Van Vaerenbergh| Rethink, Redraw, Rebar
Pieterjan Gijs en Arnout Van Vaerenbergh zijn allebei architect. Maar ze maken niet alleen gebouwen, ze ontwerpen ook kunstwerken en installaties voor de openbare ruimte. Ze ontwierpen o.m. een fictieve koepel voor de Leuvense St-Michielskerk ('The Upside Dome', 2010), de 'doorkijk'-kerk in Borgloon (‘Reading Between The Lines' (2011). Ze maakten ontwerpen met stukken bouwkraan ('Framework, 2012 of 'Bridge', 2014), of een stalen labyrint (C-mine, 2015), een arcade (Kruibeke, 2015), en een betonnen paviljoen (Hooglede, 2017). En ze wonnen onlangs een prijsvraag voor een ‘folly', voetbrug en doolhof voor het park van Huis Doorn bij Utrecht.
Het werk van Gijs Van Vaerenbergh is even divers als coherent. Transformatie staat centraal in hun oeuvre. Zij onderwerpen bekende architectonische typologieën als de kerk, de poort, de boog, de arcade, de sokkel, de kolom aan een transformatie. Tot hiertoe onderscheiden ze vijf processen, vijf vormen van transformatie die ze toepassen in hun projecten. Dat zijn tekenen, buigen, uitsnijden, assembleren en spiegelen. Ze wijdden een heel boekje (‘Cross Section’, uitgegeven bij Ruby Press) aan die verschillende werkwijzen en de rol die ze spelen in hun diverse projecten. Deze reeks van transformaties beschouwen ze niet als statisch geheel, maar deze breidt zich geleidelijk verder uit.
De eerste galerietentoonstelling van Gijs Van Vaerenbergh bij Valerie Traan twee jaar geleden presenteerde een staalkaart van hun veelzijdig werk waarin die verschillende aspecten aan bod kwamen. Ze toonden toen enkele werken die de ruimtelijke tekening als thema nemen en ook een werk dat gebruik maakt van het constructiemateriaal wapeningsstaal. In hun nieuwe tentoonstelling Rethink, Redraw, Rebar diepen ze deze thematiek verder uit.
‘Rethink, Redraw, Rebar’ kan je vertalen als ‘Herdenken, hertekenen, herstructureren’. Het herdenken en hertekenen van basisvormen is een wederkerend thema in het werk van Gijs Van Vaerenbergh. Steeds weer staat het hertekenen en herdenken van typologieën centraal in hun werk. De wat vreemde benaming ‘rebar’ refereert naar wapeningsstaal - ‘reinforced steel bars’ - zoals gebruikt in de betonbouw. Alleen komt er bij hen geen beton bij kijken maar gebruiken ze de stalen basisstructuur verborgen in beton als een artistiek element. Het wapeningsstaal verwijst dus naar een tijdelijke toestand, alsof de werken onvoltooid zijn.
De reeks van werken in wapeningsstaal vormen een ensemble, waarmee de mogelijkheden van het wapeningsstaal worden onderzocht. Als een soort contrapunt in de tentoonstelling worden een reeks spiegelwerken opgehangen. De MIRROR series toont het effect van een bepaalde actie op een spiegelende inoxplaat. Deze actie vervormt de plaat en dus ook het spiegelbeeld van de ruimte en de kunstwerken die in de ruimte staan. De spiegels gaan zo een dialoog aan met de rebar-sculpturen. Deze serie is begonnen bij de vorige tentoonstelling. Hier werden MIRROR I en MIRROR II getoond, waarbij de spiegels zijn doorboord door de nagels waarmee ze zijn opgehangen. Deze werken worden opnieuw getoond een aangevuld met een 6 nieuwe spiegels. MIRROR V, VI en VII tonen de impact van geweerschoten op het spiegelbeeld. Bij MIRROR VIII en IX wordt het spiegelvlak vervormd door het krassen van de spiegel. Op deze manier worden twee uiterste verschijningsvormen van staal tegen elkaar uitgespeeld: het roestige en ruwe wapeningsstaal dat niet bedoeld is om zichtbaar te zijn en staal in zijn meest verfijnde en afgewerkte vorm, namelijk gepolierd tot een perfecte spiegel. Dit laatste als een nieuwe lens om naar het andere kijken.
(tekst Marc Holthof)