top of page

21 | (le) SILENCE

BART BAELE

D.D. TRANS

RAOUL DE KEYSER

ROGER RAVEEL

REINIER LUCASSEN

WILLY DE SAUTER

JOHAN TAHON

GEERT VANOORLé

LIEVE VAN STAPPEN

KENAN HASIMBEGOVIC

ANNEMIE AUGUSTIJNS

KAREL DIERICKX

RUSSEL SCARPULLA

ETIENNE VANDOORSLAER

LAURE GUITET

JAMES GUITET

11.11.2015 - 30.01.2016

reflections about a private collection by Roeland Tweelinckx and Veerle Wenes

pictures by Pieter Huybrechts

Lees meer | Read more

(le) SILENCE

for my father

reflections about a private collection by Roeland Tweelinckx and Veerle Wenes

Valerie Traan (Veerle Wenes) inherited her love of arts from her father. Willy Wenes started collecting works by his contemporaries in the 1960s, including those of artists such as Raoul de Keyser, Roger Raveel, Etienne Elias, and Reinier Lucassen. He had a close bond with many of these artists, as he would later on with Willy de Sauter. Art and life are often intertwined.

Three weeks before the Valerie Traan gallery opened its doors, Willy Wenes passed away. Despite having been an essential source of inspiration for the gallery and having passed on his passion for arts to his daughter, he was never able to see it.

The exhibition (le) SILENCE is a tribute to Veerle’s father. The exhibition broaches the subject of death—and none too soon—like a postponed ping-pong game or a posthumous dialogue. Works from her father’s private collection intermingle with those of contemporary artists he wouldn’t have known of, but which express a similar visual language and sensitivity, breathing fresh life into the collection.

It is an intuitive, subjective selection, and, as is the case with most private collections, it is put together more with the heart than with the head. It is a loose mix of works that range from the figurative (Bart Baele) to the abstract (Etienne Vandoorslaer) and everything in between (Karel Dierickx). The collection also often transmits a sense of silence, modesty and intimacy, as is the case with Annemie Augustijn’s work.

The exhibition is built around two key figures from Willy’s collection: Raoul de Keyser and Roger Raveel. An abstract painting with coloured stripes by the Bosnian artist Kenan Hasimbegrovic is reminiscent of the imagery of De Keyser’s work. But yet again, the white oval in his canvas resembles the work of Raveel, who often made use of coloured figures and mirrors. Equally, the abstract visual language of Geert Vanoorlé reveals an affinity with those artists, albeit with no direct influence. A quasi-abstract work by Vanoorlé transpires to refer to his father’s favourite football team, in the same way as Raoul de Keyser incorporates the chalk lines on a football pitch in an abstract composition. Reality always manages to weave its way in somehow.

Then there is the largely forgotten work by French artist, James Guitet, whose paintings can also be found on the top floor along with drawings by his daughter Laure Guitet, reflecting another father-daughter relationship. The work of Russel Scarpulla is also rediscovered. His canvases, constructed out of thick layers of paint, pair well with De Keyser’s work, pursuing an ongoing dialogue that transcends the boundaries of time and countries.

The opening date of the exhibition is not without its symbolism: the 11th of November—Armistice Day. Willy Wenes was a pacifist who took part in numerous protest marches. Lieve Van Stappen’s installation appears to address this aspects of Willy’s personality. Two megaphones and a set of headphone lie on a pile of stones. The scene seems to express a cold silence, but when you put on the headphones, you can hear the voices of the protestors. Johan Tahon exhibits Memoria, a sculpture that is part of his Albarelli series, which he had exhibited previously in the gallery, and which is reminiscent of the process of anointing.

DD Trans unveils a still-life that defies the laws of gravity.

Roeland Tweelinckx sets the rhythm for the whole with his subtle, minimalist works which bear witness to a well-thought out exercise. To punctuate the silence.

(text Sam Steverlynck)

(le) SILENCE

voor mijn vader

reflections about a private collection by Roeland Tweelinckx and Veerle Wenes

Valerie Traan (Veerle Wenes) heeft de liefde voor de kunsten meegekregen van haar vader.

Willy Wenes verzamelde vanaf de jaren zestig kunst van tijdgenoten, mensen zoals Raoul De Keyser, Roger Raveel, Etienne Elias, Reinier Lucassen... Met veel van die kunstenaars, zoals later ook met Willy De Sauter, had hij een nauwe band. Zo zijn kunst en leven wel vaker met elkaar vervlochten.

Drie weken voor Galerie Valerie Traan haar deuren opende, overleed Willy Wenes. Hij heeft de galerie dus niet gekend, terwijl hij een belangrijke inspiratiebron was die zijn passie voor kunst aan zijn dochter heeft doorgegeven.

De tentoonstelling (le) SILENCE is dan ook een eerbetoon aan Veerle’s vader. De expo zet het gesprek – met vertraging – verder over de dood heen, als een uitgesteld pingpongspel of postume dialoog. Werken uit de collectie van haar vader worden aangevuld met hedendaagse kunstenaars die hij nooit heeft kunnen kennen maar die een gelijkaardige vormtaal of sensibiliteit uitdrukken. En zo de collectie actualiseren.

Een intuïtieve, subjectieve selectie zoals de meeste privé-verzamelingen dat zijn, doorgaans meer opgebouwd uit de buik dan het hoofd. Losjes samengesteld met werk dat gaat van  figuratie (Bart Baele) over abstractie (Etienne Van Doorslaer) en het spanningsveld tussen beide (Karel Dierickx). Uit de selectie spreekt ook vaak een gevoel van stilte, ingetogenheid of intimiteit, zoals bij Annemie Augustijns.

De expo is opgebouwd rond twee sleutelfiguren uit de collectie: Raoul De Keyser en Roger Raveel. Een abstract schilderij met gekleurde strepen van de Bosnische kunstenaar Kenan Hasimbegovic roept de beeldtaal van De Keyser op. De witte ovaal in zijn doek dan weer het werk van Raveel die wel vaker gebruik maakte van kleurvlakken en spiegels. Ook de abstracte vormtaal van Geert Vanoorlé verraadt een artistieke verwantschap zonder dat er sprake is van rechtstreekse beïnvloeding. Een quasi-abstract werk van Vanoorlé blijkt te verwijzen naar de favoriete voetbalploeg van zijn vader. Net zoals Raoul De Keyser de krijtlijnen op een voetbalveld vastlegde in een abstracte compositie. Of hoe de realiteit toch altijd komt binnensluipen.

Er is ook het in de vergetelheid geraakte werk van de Franse kunstenaar James Guitet – van wie op de bovenverdieping eveneens schilderijen te zien zijn in combinatie met tekeningen van zijn dochter Laure Guitet, een vader- dochter relatie die hier wordt gespiegeld. Ook het werk van Russell Scarpulla is een herontdekking. Zijn doek, opgebouwd uit dikke lagen verf, gaat mooi samen met dat van De Keyser. En zo gaat de dialoog verder, over de tijd en landsgrenzen heen.

De openingsdatum van de expo is niet zonder symboliek: 11 november, wapenstilstand. Willy Wenes was dan ook een pacifist die deelnam aan talrijke protestmarsen. De installatie van Lieve Van Stappen lijkt daarnaar te verwijzen. Tussen een berg stenen liggen twee megafoons en een hoofdtelefoon. Uit het tafereel spreekt een ijzige stilte. Maar als je de hoofdtelefoon opzet, hoor je de betogers.

Johan Tahon toont dan weer Memoria,  een sculptuur die verwant is aan zijn Albarelli-reeks die hij eerder in de galerie tentoonstelde en waarin de handeling van het zalven vervat zit.

DD Trans pakt uit met een stilleven dat de wetten der zwaartekracht tart.

Roeland Tweelinckx ritmeert het geheel met zijn subtiele, minimalistische ingrepen die getuigen van een wel doordacht gebaar. Als interpunctie van de stilte.

(tekst Sam Steverlynck)

bottom of page