top of page

valerie_troost gallery Oostende O.05. | Dirk Zoete

ONE OF MANY
a solo show by Dirk Zoete
01.08.24 - 08.09.24

Thursday 01.08.24 | 2 - 7 pm in Oostende
opening drinks in the presence of the artist

opening hours:
16.08 _ 2 - 6 pm
17.08 _ 2 - 6 pm
18.08 _ 2 - 6 pm
23.08 _ 2 - 6 pm
24.08 _ 2 - 6 pm
_
01.09 _ 2 - 6 pm
06.09 _ 2 - 6 pm
07.09 _ 2 - 6 pm
08.09 _ 2 - 6 pm finissage in the presence of the artist

Lees meer | Read more

Dirk Zoete

ONE OF MANY

Dirk Zoete's exhibition One of Many consists of two parts. Seven giant, puppet-like figures hang in the front space, staring head-on at passers-by. When visitors manage to make their way in-between and past these figures, a collection of masks, drawings and sculptures awaits in the second space.

Dirk Zoete (b. 1969) is a purebred draughtsman. Even when he makes sculptures, installations or animated films, they flow from drawing. Some central motifs in his work are: the ship, the theatre, the skeleton, the puppet, the chariot, the realm of trees and plants, the Far West.

Over a decade ago, Zoete brought about a gentle revolution in his art practice when he hammered together a theatre in his studio, a kind of cylindrical viewing box. In it, he placed some objects made to scale, which he photographed, then to print out a photograph and draw on it. This he scanned again, before drawing further, and so on. In this way, the little theatre seemed to fill up more and more. From such image sequences, he then lifted motifs, which he put together in pencil drawings.

In the next phase, the artist changed - or rather, de-duplicated - his position in relation to the camera. He was now no longer just the photographer, but also placed himself or a comrade in front of the camera's eye, posing with simple props. This formed the basis for the same process described above: drawing on the printed photo, scanning, drawing, and so on.

As ever, this resulted in drawings, but also elementary animation films (one of which ended up in the collection of the Museum Boymans-Van Beuningen) and performances (which took place, for instance, during Zoete's solo exhibitions at S.M.A.K. in Ghent and Be-Part in Waregem). This also led to the construction of 'spatial drawings' - sculptures and installations, which, like the drawings, consist mainly of lines.

All these works evoke, on the one hand, reminiscences of Dadaism and Constructivism of (over) a century ago (e.g. Dadaist performances by a masked Hugo Ball in Cabaret Voltaire, or the both geometric and primitive-looking peasant figures in paintings by the late Kazimir Malevich). Here in Ostend, the parallel with James Ensor's masks and skeletons can also hardly escape us. On the other hand, they seem to tie in with much older traditions of rituals, parades or carnivals, in which people adorned themselves with (sometimes larger-than-life) masks and costumes.

In both cases, we suppose, these were attempts to defuse insoluble contradictions in the surrounding reality. Dadaism formed, from 1916 onwards, a humorous and at the same time violent reaction to the absurdities of the Great War. The constructivism that followed arose from the hope of constructing an entirely new kind of society on the ruins of the bourgeois societies that had been shot to pieces. In it, the transparent and collective rationality of the machine age would ally with the sober, materialistic honesty, practical wisdom and elementary mysticism of pre-modern, agrarian forms of society. A director like Lev Kuleshov encouraged his actors to mirror their behaviour as much as possible to that of the mechanical instrument that fixed their appearance on film: the camera. Somewhat later, Walter Benjamin would write that through the operations with the film camera, actors acquired the status of a prop, and props that of an actor.

Also in our present era, there is no shortage of huge, insoluble contradictions and tensions. Dirk Zoete's work stems from the modern desire for a clear, transparent, autarchic world with insightful 'mechanics', which in its completeness becomes the object of the individual gaze. To this end, that world is condensed into a magnified puppet theatre. But the undisguised, childlike pleasure, mild irony, large dose of imagination, refinement and fragility of its elementary constructions gloriously overturn any pretence of absolute control, and lend this enterprise the charm of an unadulterated lie.


Dirk Zoete

ONE OF MANY

De tentoonstelling One of Many van Dirk Zoete bestaat uit twee delen. In de voorruimte hangen zeven reusachtige, marionetachtige figuren, die de passanten in de Hertstraat frontaal aanstaren. Wanneer de bezoeker zich een weg weet te banen tussen en langs deze figuren, wacht in de tweede ruimte een verzameling maskers, tekeningen en sculpturen.

Dirk Zoete (°1969) is een rastekenaar. Ook wanneer hij sculpturen, installaties of animatiefilms maakt, vloeien die uit het tekenen voort. Enkele centrale motieven in zijn werk zijn: het schip, het theater, het skelet, de marionet, de wagen, het bomen- en plantenrijk, de Far West.

Zoete bracht, ruim een decennium geleden, een zachte revolutie in zijn kunstpraktijk teweeg, toen hij in zijn atelier een theatertje in elkaar timmerde, een soort cilindervormige kijkdoos. Daarin plaatste hij enkele op schaal gemaakte objecten, die hij fotografeerde. Hij printte vervolgens een foto uit en tekende op die print. Dit scande hij opnieuw in, alvorens er verder op te tekenen, enzovoort. Zo leek het alsof het theatertje zich steeds meer vulde. Uit dergelijke beeldsequenties lichtte hij vervolgens motieven, die hij samenbracht in potloodtekeningen.

In een volgende fase veranderde - of beter, ontdubbelde - de kunstenaar zijn positie ten opzichte van de camera. Hij was nu niet langer alleen de fotograaf, maar plaatste zichzelf of een kameraad ook voor het oog van de camera, poserend met eenvoudige attributen. Dit vormde de basis voor hetzelfde procedé als hierboven beschreven: tekenen op de geprinte foto, scannen, tekenen, enzovoort.

Hieruit vloeiden als vanouds tekeningen voort, maar tevens elementaire animatiefilms (waarvan één in de collectie van het Museum Boymans-Van Beuningen terechtkwam) en performances (die o.a. plaatsvonden tijdens Zoetes solotentoonstellingen in resp. het S.M.A.K. te Gent en Be-Part te Waregem). Dit leidde ook tot de constructie van ‘ruimtelijke tekeningen’ - sculpturen en installaties, die net als de tekeningen voornamelijk uit lijnen bestaan.

Al deze werken roepen enerzijds reminiscenties op aan het dadaïsme en constructivisme van (ruim) een eeuw geleden (bv. dadaïstische optredens van een gemaskerde Hugo Ball in Cabaret Voltaire, of de zowel geometrisch als primitief ogende boerenfiguren in schilderijen van de late Kazimir Malevich). Hier in Oostende kan ook de parallel met de maskers en skeletten van James Ensor ons moeilijk ontgaan. Anderzijds lijken ze aan te knopen bij veel oudere tradities van rituelen, optochten of carnaval, waarbij mensen zich met (soms meer dan levensgrote) maskers en kostuums tooiden.

In beide gevallen betrof het, naar we veronderstellen, pogingen om onoplosbare tegenstellingen in de omgevende werkelijkheid te bezweren. Het dadaïsme vormde, vanaf 1916, een koldereske en tegelijk heftige reactie op de absurditeiten van de Grote Oorlog. Het constructivisme dat erop volgde, ontstond vanuit de hoop om op de puinhopen van de stuk geschoten burgerlijke maatschappijen een volkomen nieuw soort samenleving te construeren. Daarin zou de transparante en collectieve rationaliteit van het machinetijdperk een verbond aangaan met de nuchtere, materialistische eerlijkheid, de praktische wijsheid en de elementaire mystiek van pre-moderne, agrarische samenlevingsvormen. Een regisseur als Lev Kuleshov bezwoer zijn acteurs om hun gedrag zoveel mogelijk te spiegelen aan dat van het mechanische instrument dat hun verschijning op film fixeerde: de camera. Iets later zou Walter Benjamin schrijven dat door toedoen van de filmcamera acteurs het statuut van rekwisiet verkregen, en rekwisieten dat van een acteur.

Aan huizenhoge, onoplosbare tegenstellingen en spanningen is er ook in ons huidige tijdsgewricht allerminst gebrek. Dirk Zoetes werk vloeit voort uit het moderne verlangen naar een overzichtelijke, transparante, autarkische wereld met een inzichtelijke ‘mechaniek’, die in haar volledigheid het object wordt van de individuele blik. Daartoe wordt die wereld verdicht tot een uitvergroot marionettentheater. Maar het onverholen, kinderlijke plezier, de milde ironie, de grote dosis verbeelding, het raffinement en de fragiliteit van zijn elementaire constructies halen elke pretentie van absolute controle glansrijk onderuit, en verlenen deze onderneming de charme van een onvervalste leugen.

bottom of page